Het is januari 2014, ik vlieg naar Venetië. We krijgen een shortcut aangeboden en de captain accepteert hem. We zitten nu eigenlijk te hoog en de auto-pilot kan dat niet aan. Er zit maar één ding op. Autopilot eraf en op de hand vliegen. Dit is een buitenkansje en mijn hersens gaan er volledig van AAN. Ik heb al flink wat keren naar Venetië gevlogen, maar nog nooit zo op de hand. We gaan snel en we dalen als een baksteen.
En dat in het donker, boven een gebergte. Het is spannend en uitdagend en leuk tegelijk. De liefde voor vliegen komt helemaal boven en alles in mij schreeuwt:
"YES dit is waarom ik piloot ben geworden!"
Niet veel later staan we aan de grond en zeggen we de passagiers gedag. Wat een vlucht! Dit is er eentje die ik nooit zal vergeten. Ik begin vol goede moed aan de terugweg, want al maanden heb ik niet op die manier van het vliegen kunnen genieten. Maar dan gebeurd het weer. Op de terug weg. Als een oude bekende voel ik hem al aankomen. De angst. Een paniekaanval dreigt. De angst om een paniekaanval te krijgen. Shit.
De vlucht naar huis lijkt 3x langer te duren dan de heenweg. Ik beleef iedere minuut, iedere seconde. Mijn hart gaat tekeer en ik kan amper stil zitten. Ieder piepje of lampje doet me schrikken. Ik heb moeite me te concentreren, constant afgeleid door gedachtes die zich opdringen. Scenario's van ongelukken en rampen.
Ik ben blij als we weer veilig aan de grond staan. Verslagen stap ik in de auto. Morgen heb ik weer een vlucht. Het gaat nu al 2,5 jaar zo. Steeds vaker angst, steeds meer paniek. Hoe lang hou ik dit nog vol?
Ik doe 's nachts geen oog dicht. En de volgende ochtend kan ik nog maar 1 ding. Huilen.
Als ik beneden kom kijken mijn huisgenoten mij geschrokken aan. Zij weten niet beter dan dat het goed met mij gaat. Ik heb mijn carrière op de rit. Een stabiele relatie. Een druk sociaal leven. Van binnen ben ik helemaal op. Leeg. Alleen de angst en het verdriet zitten in mij.
Die avond vlieg ik, huilend en stijf van angst, naar huis. De volgende dag ga ik naar de huisarts. Het is het begin van het einde van mijn vliegcarrière. Het is ook het begin van mijn strijd tegen de kilo's.
In de jaren dat ik vloog en de angststoornis mij in haar greep kreeg kom ik geleidelijk wat kilo's aan. Ik wijt dat aan de zittende leefstijl, maar ook als ik eenmaal ziek thuis zit en meer ga bewegen blijven de kilo's zitten.
Er komt niks meer bij, maar het gaat ook niet weg.
Een jaar later ben ik zwanger. Onder invloed van de hormonen en een pre-natale depressie kom ik nog veel meer kilo's aan. En pas in het jaar na de bevalling, als de hormonen en de angststoornis mij steeds meer met rust laten begin ik de kilo's kwijt te raken.
Het is pas maanden daarna dat ik leer wat precies de link is tussen stresshormonen en overgewicht. Maar die is er dus wel degelijk!
Als jij in een burnout zit heb je kans dat je dat terug ziet aan je lijf. Je lijf gaat in de vlucht of vecht modus en wil daarvoor snel bij zijn energievoorraden kunnen. En die snelle voorraden? Dat zijn de suikers. Je lijf gaat in de suikerverbrandingsmodus.
Nadeel #1? Behalve dat je dus snel door je suikers heen bent. Je vervolgens weer honger krijgt en je lamlendig voelt betekent het ook dat je lijf NIET in de vetverbrandingsmodus zit. En laat dat nu net de modus zijn waar je in wilt zitten als je gaat afvallen.
Nadeel #2? Als je gevoelig bent voor emotie eten kan het zomaar zijn dat je door de stress ook nog eens méér gaat eten.
Oplossing? Pak stress aan bij de bron waar dat kan.
Waar dat niet kan kun je leren vaker te ontspannen door te mediteren. Je kunt bijvoorbeeld ook op zoek gaan naar een goede ademhalingsoefening die je helpt te ontspannen. Vaak is het al voldoende om wat langer uit te ademen en na die uitademing even te pauzeren.
Vraag vooral om hulp. Dat verdien je. De drempel is enorm, maar je zult er zo mee geholpen zijn. Lukt dat niet? Kijk of je iemand in je directe omgeving kunt vragen om hulp voor je te zoeken.
Ken je iemand met een depressie of een angststoornis? Wees je er dan bewust van dat om hulp vragen soms gewoon niet lukt. Stel voor om samen naar de huisarts te gaan. Het zou maar net het zetje kunnen zijn dat die persoon nodig heeft om te beginnen aan zijn of haar herstel. Vraag niet "kan ik iets voor je doen?", maar "wat zal ik voor je doen?"
Hoeveel stress ervaar jij? Merk je dat aan je eetgedrag?
Reactie plaatsen
Reacties